• Alles
  • Columns
  • Verhalen
  • Gedichten

dinsdag 11 maart 2014

Sokbroertje


Met zijn rug nadrukkelijk richting de voorbank gedraaid, kijkt Levi uit het raam. Hij ziet af en toe een parkeerplaats en telt de Franse vrachtwagens die ze inhalen. Het asfalt zal wel heel heet zijn, denk hij, maar hij houdt zijn lippen op elkaar.
‘Levi, doe het raam dicht,’ klinkt er bars van achter het stuur, ‘zo kan ik toch geen gesprek met Sidney voeren.’
Zo langzaam mogelijk draait Levi het raampje weer dicht, geen moment wendt hij zijn blik af.
‘Jongen, wat is er toch met je aan de hand? Waarom doe je zo boos?’
Het jochie doet zijn armen over elkaar, maar dat plakt van de warmte en snel hang hij ze weer langs zijn lichaam. ‘Ik praat niet met jou,’ mompelt hij, ‘ik praat alleen met Sokpopje,  dat is wel mijn vriend.’ Met een onverwachte ruk aan het stuur draait de vader een parkeerplaats op.
‘Andreas’ roept de vrouw op de bijrijdersstoel boos.
‘Doe je schoenen uit’ sist hij terug.
‘Nee, gadver, Andreas, ik ga hier echt niet –’ Andreas springt de auto uit, stoot daarbij zijn hoofd, loopt driftig om de auto heen.
‘Niet zeuren, Sydney, ik heb slippers aan dus het is even niet anders. Levi kom, ik wil je aan iemand voorstellen.’
Levi kijkt naar Sidney die kwaad terug kijkt en snel stapt hij de auto uit. Zijn vader zit inmiddels op zijn knieën achter een picknicktafeltje.
‘Je gaat toch niet op de grond zitten.’ roept de vrouw. ‘Weet je wel wat hier allemaal langs komt?’ Niemand luistert.
Ietwat nieuwsgierig gaat Levi op het picknickbankje zitten. Boven de tafel komt een dun zijden sokje tevoorschijn. Hallo,’ piept het. ‘Hallo ik ben Sokbroertje, ik ben de grote broer van Sokpopje.’ Levi gaat verzitten en zwaait voorzichtig. ‘Sokpopje is nog in Nederland, maar ik ben in de auto gesprongen, om jou gezelschap te houden.’
‘Wat lief,’ zegt Levi.
‘Maar je zegt de hele reis niks, waarom doe je dat?’ Het jochie kijk schichtig achterom, maar Sidney staat nog steeds bij de auto, de andere kant op te kijken.
‘Het komt door de mevrouw,’ fluistert hij zacht. Sokbroertje zegt niks, langsrazende auto’s met caravans vullen de stilte. ‘Papa praat alleen maar met de mevrouw, maar ik vind haar stom. We gaan ook al niet meer naar de camping.’
Het blijft stil achter de picknicktafel. ‘Weet je wat? Ik ga wel even met je vader praten.’
Levi haalt zijn schouders op, ‘dat werkt toch niet, want de mevrouw zit er altijd bij.’
‘Nou,’ Sokbroertje komt heel dicht bij Levi’s gezicht, ‘dan stuur ik die mevrouw wel even weg!’
Levi grinnikt. ‘Ik denk dat we nu weer verder moeten rijden, maar ik heb nog wel een plannetje!’

Sidney kijkt bedenkelijk als Levi met een lekkende Twister op de achterbank gaat zitten, maar zegt niks. Met een zwaai gooit Andreas Sokbroertje op haar schoot, ‘hier heb je je kous terug.’ Hij start de auto en draait de snelweg weer op, het raampje op een kier. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten